GRIP op vluchtelingencrisis

Traditioneel management faalt

De aanpak van de vluchtelingenproblematiek in Nederland is reactief, chaotisch en ongestructureerd. Uit de televisiebeelden blijkt de grote maatschappelijke impact en ontwrichting van de samenleving. Het einde daarvan is nog niet in zicht. Los van de vraag of we dit hebben zien aankomen en of we niet beter voorbereid hadden kunnen zijn, richt de aandacht zich vooral op de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de uitvoering. En hier wringt de schoen.

Deze problematiek met niet alleen korte termijn oplossingen, maar voornamelijk langere termijn effecten, leent zich niet voor een aanpak volgens traditionele overlegstructuren in ons poldermodel. Een crisismanagementachtige aanpak is hier gerechtvaardigd. Gek genoeg hebben we in Nederland hiervoor procedures afgesproken, maar die zijn blijkbaar alleen van toepassing op klassieke rampenbestrijding en niet op moderne crisisbeheersing. Het aloude adagium van het “Thomas Theorema” moet weer onder de aandacht worden gebracht. “If men defines crisis as real, they are real in their consequences”. Met andere woorden: als je vindt dat het een crisis is, handel er dan ook naar en gebruik de daarbij behorende structuur en protocollaire aanpak!

We zien een afwezige premier, geschokte parlementsleden, een wanhopige staatssecretaris van veiligheid en Justitie, een paniekerig acterend COA, overvallen gemeenten, onzichtbare veiligheidsregio’s, primitieve opvanglocaties, naar houvast zoekende hulpdiensten en een verontruste bevolking. De beheersbaarheid zal spoedig uit de hand lopen. De eerste effecten hiervan in Oranje en Woerden hebben we al gezien. De reactie van de burgerbevolking viel nog mee in vergelijking met de werknemers van Air France een week daarvoor. Angela Merkel noemde het zelfs de grootste naoorlogse crisis waarin we ons momenteel bevinden.

Crisismanagement noodzakelijk

Wat we nodig hebben is een slagvaardig werkend crisisteam op nationaal niveau, een gezichtsbepalende leider, visieontwikkeling, multidisciplinaire afstemming tussen de betrokken departementen, het COA en de IND, crisisstructuren binnen de veiligheidsregio’s waarin betrokken partijen vruchtbaar samenwerken, het inrichten van professionele opvanglocaties voor de vluchtelingen en het bieden van toekomstperspectief. Op deze manier ontstaat er meer GRIP op de crisissituatie. Deze toepasselijke term staat in de rampenbestrijding voor “gecoördineerde regionale incidentenbestrijdingsprocedure”. Binnen een gemeente is dat GRIP 3, binnen de veiligheidsregio GRIP 4 en op Rijksniveau GRIP Rijk. Als er sprake is van een Rijks brede verstoring van de openbare orde en veiligheid, dan dient GRIP Rijk te worden geactiveerd.

Het is alom bekend dat crisisstructuren leiden tot een betere afstemming, aansturing, informatievoorziening en communicatie van hoog (departement) tot laag (gemeenten) en omgekeerd. De hulpdiensten kunnen efficiënter worden ingezet, private partijen komen aan de overlegtafel en ook defensie kan effectiever steun leveren. Een crisisorganisatie werkt continu, 24 uur per dag en 7 dagen in de week. Je creëert daarmee een sense of urgency en sense of direction bij alle betrokken partijen.

Lerend onvermogen

Blijkbaar leren we in Nederland weinig van crisissituaties uit het verleden en luisteren we ook niet naar deskundigen. In 2013 heeft de Commissie Hoekstra het stelsel van rampenbestrijding en crisisbeheersing in Nederland geëvalueerd. De Commissie kwam evenals het Rapport van de Algemene Rekenkamer in 2014 (“Zicht overheden op beschermen burgers en bedrijven”) tot de conclusie dat Nederland wel goed is in rampenbestrijding maar slecht functioneert als het om crisisbeheersing gaat. Ten tijde van de kredietcrisis hebben we dit geconstateerd en met het vluchtelingenvraagstuk doet hetzelfde probleem zich voor. In tegenstelling overigens tot het Millenniumplatform in 1999. Toen was er wel sprake van een Taskforce met alle betrokken partijen aan boord onder leiding van de heer Jan Timmer, voormalig topman van Philips. Dat zijn we klaarblijkelijk vergeten.

Een crisismanagementachtige aanpak zal bij burgers en bedrijven, maar natuurlijk ook bij de wanhopige asielzoekers meer vertrouwen geven in een goede aanpak en afloop. Verantwoordelijke (bewinds)personen en instanties moeten wel de moed hebben over hun eigen schaduw te stappen en het algemene belang laten prevaleren boven het persoonlijke belang (reputatie). Het is verstandig in het publieke debat meer te varen op het morele kompas. Saillant detail is dat de rol van de Tweede kamer in het crisismanagementvraagstuk wordt ingeperkt, maar daar zal buiten Den Haag niemand rouwig om zijn. Deze aanpak is zo voor de hand liggend dat het mij verbaast dat dit idee nog niet eerder is gelanceerd. Misschien is het nog niet te laat. Den Haag, pak de kans GRIP Rijk te activeren. Het Thomas Theorema zal herleven in belangstelling.

Gert-Jan Ludden
Adviseur Crisisbeheersing