Terrorisme; tactiek en strategie

Het risico om als burger fysiek slachtoffer te worden van een terroristische aanslag is heel erg klein. Desondanks is het angstniveau rond het thema in de samenleving momenteel heel erg hoog.

Lessen

Gelukkig komen terroristische aanslagen maar heel zelden voor. Toch bereiden wij, als crisismensen, ons voor op de oproep die we allemaal nooit hopen te krijgen. Daarbij hebben we enorm veel geleerd van collega’s die wél voor de uitdaging stonden toen een terroristische aanslag hen trof. Wereldwijd is er heel veel contact tussen ons, crisismensen. We bespreken concrete casuïstiek en delen lessons learned. Ook heeft de wetenschap ons veel geleerd. Waardevolle empirische en wetenschappelijke lessen, die we in de praktijk kunnen en moeten omzetten.

Chaos

Ik werk tijdens de acute fase, dus tijdens de eerste uren/dagen van incidenten. Dan is er chaos. Onze taak is om structuur in de chaos te brengen. Maar we leven ook in een wereld met vele bestuurslagen en -structuren. Die maken incident mapping en critical incident management bepaald niet eenvoudig. Gelukkig is er veel geleerd en spreken we als crisismanagers wereldwijd inmiddels dezelfde taal. Die taal is ontwikkeld in militaire setting; wat in het leger werkt, blijkt ook uitstekend voor ons te werken. We zetten militaire lessen inmiddels om in corporate en publieke omgevingen. Met succes! Ik heb zelf heel veel mogen leren van oude, ervaren experts in het soldatenvak. Dat was ook nodig; ik ben afkomstig uit de “softe” sector. Therapeutisch denken en werken is in de acute fase van een incident absoluut niet geïndiceerd. Het kan zelfs schadelijk zijn.

Crisis begrip

Een crisis is een reactie op een gebeurtenis. Als wij over “crisis” spreken, bedoelen we niet de gebeurtenis, maar de reactie van een persoon, systeem of maatschappij op die gebeurtenis. Dat is belangrijk; mijn crisis is nooit identiek aan die van jou. Daarom helpt het om een incident zo vroeg mogelijk multidisciplinair aan te pakken. Dat doen we dan ook. Omdat we elkaar kennen. Als collega’s met veldcompetentie weten we elkaar razendsnel te vinden als het nodig is. Terrorisme vormt in dit kader een bijzondere uitdaging, want: hoe definieer je dat? Tijdens besprekingen blijkt steeds weer dat we met verschillende achtergronden vanuit verschillende perspectieven kijken.

Terrorisme is, vanuit welk perspectief je ook kijkt, oorlogsvoering. In onze westerse wereld worden oorlogen tactisch gevoerd; geweld wordt gericht en georganiseerd en (volgens politici) ook nog eens verantwoord ingezet. Terroristen doen aan strategische oorlogsvoering. Ze gebruiken het principe van “total war” (v. Clausewitz, 1832): val een hele maatschappij aan, een heel systeem, doe het ondenkbare met als ultieme doel het demoraliseren en immobiliseren van het systeem. Strategische oorlogsvoering is overigens niet altijd zo ingezet; Churchill gebruikte het op weg naar capitulatie.

Verschillende crises

Terug naar het terrorisme. Als crisis de reactie op een gebeurtenis is, dan ontstaan er na een terroristische aanslag verschillende crises. Allereerst natuurlijk op en rond de plekken waar de aanslagen plaatsvonden. Daar vallen fysieke slachtoffers. Maar daarnaast zien we nog veel meer psychologische slachtoffers die getroffen zijn door de impact van wat er elders gebeurde. Zeker in deze multimedia-tijden hebben aanslagen een enorm effect op de (wereld)samenleving.

McClure beschreef in 1943 het fenomeen “psychological contagion”. Hij onderzocht het angstniveau op scholen in Londen. Hij bekeek scholen die eerder gebombardeerd waren en scholen die onbeschadigd waren. In beide situaties bleek het angstniveau vergelijkbaar.

Dat zien we ook rond terroristische aanslagen. Zowel mensen die in getroffen gebieden zijn als mensen daarbuiten ervaren een aantasting van de onderste laag in de piramide van Maslow. Eén van onze meest belangrijke basisbehoeften is de behoefte aan veiligheid en stabiliteit. Terroristisch geweld kan iedereen treffen. De identificatie met de getroffenen is enorm. Een aantasting van het veiligheidsgevoel leidt tot angst en gevoelens van machteloosheid en hopeloosheid. Mensen krijgen reacties op allerlei vlakken: cognitief, emotioneel, in gedrag, fysiek en er kan grote onzekerheid rond het eigen wereldbeeld ontstaan. Dit zijn normale reacties van normale mensen op een uiterst abnormale gebeurtenis.

In iedere maatschappij zijn er mensen die voorbelast zijn; kwetsbare groepen. Deze mensen zullen wellicht acute (medische) ondersteuning nodig hebben. De meeste mensen die een schokkende gebeurtenis meemaken ervaren weliswaar reacties, maar vinden zonder professionele ondersteuning hun weg terug naar homeostase. Vooral na 9/11 is gebleken dat het te vroeg aanbieden van therapeutische interventies juist tot een verergering van de reacties kan leiden. Dat is de wetenschappelijke achtergrond. Praktisch is het reguliere GGZ-systeem nergens ter wereld in staat om aan alle getroffenen van terroristische aanslagen voldoende zorg te bieden. Bovendien worden psychologen/therapeuten in de huidige systemen niet standaard opgeleid in disaster mental health services.

PFA

Ook na 9/11 bleek iets anders wel heel goed te werken: psychological first aid. Tijdens een schokkende gebeurtenis ervaren mensen een hoge mate van machteloosheid en hopeloosheid. Als je deze gevoelens kunt mitigeren richting eigenregie en zelfredzaamheid en mensen handvatten geeft zelf controle te nemen in de chaos, dan nemen de gevoelens van machteloosheid en hopeloosheid af. PFA is heel eenvoudig aan te leren. Een vooropleiding is niet nodig. Training is niet duur en niet langdurig. En wordt wereldwijd steeds breder aangeboden.

Iedereen “getraumatiseerd”

In Nederland ligt de focus vaak op “trauma” en “traumatisering”, met name in de media. Er zijn enorm veel “experts” die daar graag nog een schepje bovenop doen. We weten inmiddels hoe voorzichtig we moeten zijn met deze woorden. Je zult zien dat er in mediaoptredens van collega’s in het buitenland heel bewust wordt gesproken over “normale reacties” en woorden als “trauma” zorgvuldig worden vermeden tijdens de acute fase van een incident. Zeker rond terrorisme, waarbij factoren als angst en onzekerheid een grote rol spelen, is dat extra belangrijk!

Ervaring

Ook nu bleek in Brussel recent weer hoe waardevol het is dat collega’s met veldcompetentie bovenregionaal samenkomen en adviseren. Niet in rigide protocollaire teams, maar op basis van ervaring en competentie in wat er op dat moment het hardst nodig is (en dat is in iedere situatie anders!). Lokaal lopen alle reddings- en veiligheidsoperaties op volle toeren en systemen zijn zeer zwaar belast.

Compartimenteren

Van militaire collega’s hebben we geleerd dat compartimenteren een uiterst waardevolle tactiek is om richting ontlasting van systemen te werken. Ik zet het zelf regelmatig in en heb van dichtbij kunnen volgen hoe het in hele acute situaties werkt. Zo bleek het bijvoorbeeld tijdens het incident op de Sandy Hook school enorm waardevol. Reguliere draaiboeken zijn juist omgekeerd opgesteld; waar ben je het eerst het hardst nodig? Daar gaat je volle capaciteit heen. Als je parallel, vanuit een secundaire setting gaat compartimenteren werk je van buiten naar binnen. En maak je capaciteit vrij voor de kernlocatie. Dat botst absoluut niet, zo leert de ervaring, maar is een waardevolle aanvulling.

Veldcompetentie

Grote incidenten komen gelukkig maar heel zelden voor. Dus het is ook absoluut niet nodig om in iedere regio mensen te gaan opleiden tot op het allerhoogste crisismanagementniveau. Dat gebeurt in het buitenland ook niet. We hebben allemaal onze eigen competenties en ik weet zelf bijvoorbeeld ook heel goed wat ik níet kan. Dan weet ik echter wel welke collega wél kan ondersteunen. Omdat we elkaar kennen. Omdat we samen leren, oefenen en uitwisselen wat ons in de praktijk overkwam.

Lean

Tijdens terroristische aanslagen wordt je ministerraad in feite je crisisstaf. Zorg dat die “lean” blijft; ook voor crisismanagers geldt dat hun onderste Maslow-laag onder druk staat. Zorg dat er uitsluitend noodzakelijk en doordacht wordt geadviseerd, zonder ruis. Politiek moet even wachten (makkelijk gezegd, maar nodig). Waar hier in Duitsland soms een gebrek is aan crisiscommunicatie zijn er in Nederland juist heel veel mensen bij betrokken. In de nationale crisiscommunicatieteams die Nederland inmiddels rijk is, zit enorm veel kwaliteit. Die teams zijn absoluut in staat een kwalitatief hoogwaardige analyse aan de hoogste crisisstaf door te geven. Daarnaast is het belangrijk om, naast je omgevingsanalyse, aan incident mapping vanuit veldcompetentie te doen. Een politicus moet direct horen wat het effect buiten is, wanneer er een commando gegeven of een moeilijke beslissing genomen moet worden. Die informatie moet minimaal komen van veldspecialisten uit de bovenstaande drie groepen (veiligheid/justitie, defensie, psychologisch/sociologisch), zo nodig aangevuld met expertise (bijvoorbeeld rond CBRN).

Ik pleit niet voor benoeming van nóg een extra team of crisisorgaan in Nederland. Ik pleit wel voor een kritische blik richting alle “experts” die momenteel de publieke opinie beïnvloeden. Wie moeten er absoluut aanwezig zijn rond beleidsmakers, maar wie ook niet? Hetzelfde geldt voor de media. Media kunnen je partner zijn als het echt moet; werk aan je relatie en werk samen. Schoon de kaartenbak op en gebruik daarbij de harde functie-eis “veldcompetent”. In Duitsland momenteel ook officieel een vaste eis om te mogen plaatsnemen als “Fachberater” bij een crisisstaf. Ik kan het alleen maar aanraden. Logistiek is er wellicht het één en ander nodig. Zeker om te kunnen compartimenteren rond hulpverleners. Maar deze (geringe) investering zal absoluut lonen!

Geef de echte experts de ruimte om net als in België en in andere landen samen te komen. Dan zul je zien dat het primaire aantal slachtoffers van een terroristische aanslag gelijk blijft. Maar het aantal secundaire slachtoffers kun je beperken. Dat móet je doen… waarom?

Terrorisme heeft effect bij demoralisering. Dat ga je tegen door stabilisering. Maslow had het goed gezien. Als het ons lukt om terrorisme als strategie te ontkrachten, dan rest de boeven alleen nog tactiek. En, om met Mark Rutte te spreken: dán, maar alleen dán zijn “wij met meer”!