Opleiding crisismanagement: ‘De studenten leren ook veel van elkaar’

Een carrière in crisismanagement begint vaak met een opleiding. Wat leer je tijdens een opleiding crisismanagement? En voor wie is die opleiding bedoeld? Om dat te onderzoeken, liep ik een ochtend mee met de opleiding ‘Crisismanagement koude fase’ van Parcival.

Het is dinsdagochtend 9.00 uur. We zitten midden in een lockdown. Toch gaat de opleiding ‘Crisismanagement koude fase’ gewoon door. Zoals studenten normaal gesproken een lokaal binnenlopen, druppelen ze nu één voor één de digitale lesomgeving binnen.

Samen
André Belt, BCM-manager bij de Treant Zorggroep, is een van de studenten. Hij heeft eerder een opleiding van Parcival gevolgd, namelijk: ‘Crisismanagement warme fase’. “Dat paste goed bij mijn functie als crisiscoördinator”, vertelt hij. “Het leuke aan die opleiding was dat er ook 8 andere organisaties meededen. We deden de oefeningen samen. Daardoor leerde ik ook veel van de ervaringen van andere organisaties.”

BCM-trainer Nick Schaart geeft uitleg over de BCM life cycle. Foto’s: Robin Britstra

André werkt nog steeds in een harde piketfunctie als crisiscoördinator. Daarnaast is hij sinds kort – samen met een collega – verantwoordelijk voor de bedrijfscontinuïteit (BCM). Het is voor hem een vanzelfsprekendheid om daarvoor ook de bijbehorende Parcival-opleiding te volgen, namelijk: ‘Crisismanagement koude fase’. “Het is jammer dat er nu minder organisaties meedoen, vanwege de coronacrisis”, zegt hij. “Maar de opleiding geeft me natuurlijk wel goede inzichten die ik straks kan toepassen in de praktijk.”

Processen verbeteren
Ook Marion Blom logt in. Ze werkt op de spoedeisende hulp van het Martini Ziekenhuis in Groningen. “Vanuit mijn functie ben ik betrokken geweest bij de voorbereidingen op code zwart”, vertelt ze. “Ik had toen een fijne samenwerking met onze crisiscoördinator. Ze vroeg of ik deze opleiding wilde volgen.”

Marion heeft voor de opleiding ‘koude fase’ gekozen, omdat ze het fantastisch vindt om de organisatie zo goed mogelijk voor te bereiden op een crisis. “Ik houd van het maken van analyses en plannen waarmee we de processen kunnen verbeteren”, vertelt ze. Ze is nu halverwege de opleiding. “Ik vond het eerste blok best pittig. Dat ging over BCM. Nu gaat het over crisismanagement in het algemeen. Dat klinkt al iets bekender. Toch is het wel goed om nieuwe perspectieven en links te krijgen. Ik kijk uit naar het laatste blok dat over de soft skills gaat, zoals crisiscommunicatie. Ik denk dat ik daar veel van kan leren.”

Scriptie
Inmiddels is de groep compleet en start de les. “Jullie hebben de afgelopen dagen nagedacht over een onderwerp voor jullie scriptie”, zegt trainer Karien Heijstek. “We hebben daar 1-op-1 al met jullie over gesproken. Maar het lijkt me goed om de onderwerpen ook met de groep te delen. Wie mag ik als eerste het woord geven?”

Trainer Karien Heijstek geeft uitleg over de beste strategie voor crisiscommunicatie

De onderwerpen die vervolgens voorbij komen zijn zeer uiteenlopend. Een student wil haar scriptie bijvoorbeeld doen over informatiemanagement. “Ik wil kijken hoe we de informatie uit het crisisbeleidsteam zo optimaal mogelijk kunnen delen”, vertelt ze. “Ik heb daar al met Ton (de trainer crisisbeheersing red.) over gesproken en we kwamen tot de conclusie dat het onderwerp te breed is. We hebben het nu teruggebracht tot enkele deelvragen.”

Competenties
Een andere student wilde zijn scriptie graag doen over cyberaanvallen. “Maar ik heb me bedacht”, zegt hij. “Ik ga het nu doen over de competenties die we nodig hebben in ons crisisteam. Ik zag dat de crisissoftware-app CrisisSuite een nieuwe module heeft waarmee je dat kunt inregelen. In mijn scriptie wil ik kijken hoe we dat systeem kunnen gebruiken om de trainingen van de crisisteamleden beter te borgen.”

Andere onderwerpen die langskomen zijn: het terugdringen van het aantal time-outs op de spoedeisende hulp, het verbeteren van de BCM-structuur en het verbeteren van de toepasbaarheid van de escalatiematrix. “We hebben in ons ziekenhuis veel plannen”, zegt een van de studenten. “Ik wil onderzoeken of de plannen nog wel voldoen aan de behoefte.”

Crisismanagement extern
Na de scriptie-ronde, start trainer Ton Heerschop met het theoretische gedeelte. Het onderwerp van vandaag is ‘crisismanagement extern’. Een taai onderwerp, zo blijkt al snel. Want wat zijn precies de taken en bevoegdheden van de GGD, de GHOR, de veiligheidsregio’s en het ROAZ tijdens een crisis? Onder welke ministeries vallen zij? Aan wie leggen zij verantwoording af?

Trainer Ton Heerschop geeft uitleg over de verschillende fases van een crisis

Om de theorie tot leven te laten komen, krijgen de studenten tijdens de les verschillende opdrachten. Ze krijgen bijvoorbeeld de opdracht om in het evaluatierapport van de Wet Veiligheidsregio’s op te zoeken wat de rol van de GHOR wordt in de toekomst. “Ik lees dat er discussie is over de toekomstige functie van de GHOR”, zegt een student. Ton beaamt dat: “En daarom is het goed om de komende jaren in de gaten te houden hoe zich dat ontwikkelt.”

Risicoprofielen
Ook krijgen de studenten de opdracht om in de risicoprofielen van hun eigen veiligheidsregio op te zoeken wat er geschreven wordt over het risico op een uitbraak van een infectieziekte. “Wij hebben een rapport gevonden uit 2019”, zegt een student. “Daarin staat een matrix waaruit je kunt aflezen dat de waarschijnlijkheid op een uitbraak groot is. Ook voorspellen zij dat de impact catastrofaal zal zijn. Toch staat er vervolgens in de tekst dat de veiligheidsregio het risico van een pandemie niet groot acht.” Ton zegt: “Dat zie je vaker. Experts zien een crisis vaak wel aankomen. Vervolgens moeten gemeenteraden prioriteiten stellen. Dan kan het zo zijn dat zij het risico op een aardbeving groter achten dan het risico op een uitbraak van infectieziektes, ook al zeggen de experts iets anders.”

Zo gaat de les nog even door. Er wordt gesproken over de GRIP-structuur, het werken met noodverordeningen en de mogelijkheden om bijvoorbeeld het leger in te zetten tijdens een crisis. Telkens wordt er een brug geslagen tussen de theorie en de praktijk. Aan het einde van de les wordt het geheel nog even nabesproken en krijgen de studenten huiswerk mee voor de volgende les. Zo kunnen zij zich goed voorbereiden op het volgende onderwerp.

HBO-niveau
Na de les praat ik nog even na met Ton. Ik vraag hem bijvoorbeeld voor wie deze opleiding bedoeld is. “Voor iedereen die in de koude fase met crisismanagement te maken heeft”, is zijn antwoord. “Dus niet alleen voor crisiscoördinatoren, maar ook voor anderen die betrokken zijn bij de voorbereidingen op een crisis of het maken van crisisplannen. Het is een opleiding op HBO-niveau. De opleiding is dus ook bedoeld voor mensen die nu een functie op MBO-niveau hebben en willen doorgroeien in hun organisatie.”

En ik vraag hem waar hij het meest trots op is. “Dat is als ik aan het einde van de opleiding merk dat de studenten het vak helemaal hebben begrepen”, antwoordt hij. “In de vorige groep zat bijvoorbeeld een student die bij een zorginstelling werkt die getroffen was door de wateroverlast in Limburg. Ze schreef haar scriptie over de manier waarop ze de evaluatie wilde opzetten. Ze schreef daarin precies welke methodiek ze wilde kiezen en waarom, hoe ze rekening hield met de communicatielijnen binnen haar organisatie en welke keuzes ze wilde maken. Uit haar scriptie bleek dat ze echt doordrongen was van de materie. Toen ik dat las dacht ik: ‘Ik heb er weer een collega bij gekregen’.”