‘We moeten leren leven met virussen’

‘Je mag in Nederland overal aan doodgaan, behalve aan COVID’, verzuchtte een Amsterdamse internist onlangs in de krant. Maar is de behandeling tegen een virus belangrijker dan de behandeling tegen andere ziektes? ‘We komen in deze fase van de crisis voor nieuwe vragen te staan’, schrijft Ton Heerschop van Parcival in zijn blog. ‘We gaan naar een nieuw normaal dat verdomde veel lijkt op het oude.’

Drie jaar geleden hadden vrijwel alle veiligheidsregio’s de grieppandemie als realistisch scenario met een hoge impact in hun risicoanalyse staan. In de Nationale Risicobeoordeling van 2011 stond een pandemie als eerste benoemd. Als je dit rapport leest, dan is het goed om vast te stellen dat de beoordelingen van toen redelijk overeenkomen met de werkelijkheid van nu.

Mensen zijn meer bereid om de maatregelen op te volgen, als zij een dreiging ervaren

Zeer herkenbaar
Zo geeft het rapport aan dat de mate waarin mensen bereid zijn maatregelen op te volgen direct te relateren is aan de mate van bedreiging die zij ervaren. Een open deur wellicht, maar zeker nu is het zeer herkenbaar. De berekeningen die de onderzoekers loslieten op dit scenario, gaven aan dat we 18.858 ziekenhuisopnamen konden verwachten en 7.183 doden. De duur schatte men in op 140 dagen, lees 20 weken.

In 2018 worstelde Nederland met een stevige griepepidemie. Deze duurde 18 weken, redelijk in de buurt van de voorziene 20. Er waren 16.000 ziekenhuisopnamen en 9.500 sterfgevallen te betreuren. Deze epidemie lag derhalve redelijk in lijn met de cijfers van de inschatting van 2011. Overigens lagen de cijfers in 2014 wat lager maar nog steeds dichtbij de analyse van 2011.

Coronapandemie
Waarom is dit nu in deze fase van de pandemie belangrijk? Het is een open deur dat de huidige coronapandemie een nieuwe fase is ingegaan. Omvangrijke delen van de bevolking zijn gevaccineerd of hebben de ziekte doorgemaakt. Daardoor zijn ze tegen veel varianten beschermd.

Maar de nieuwe omicron-variant zet alles nog even in de versnelling. De variant is minder ziekmakend maar wel veel besmettelijker. Door allerhande maatregelen waren we de afgelopen twee jaar redelijk succesvol in het inperken van de besmettingen. Daardoor hielden we de zorg nog enigszins in de lucht.

Korte hevige golf
Echter, met omicron is er een nieuwe wedstrijd ontstaan. De besmettingen zijn nauwelijks te voorkomen. En hoewel we krampachtige pogingen doen om de besmettingen uit te smeren over de tijd, lijken we daarin niet of nauwelijks te slagen. Een deel van de oorzaak is dat veel mensen met omicron geen symptomen hebben. We besmetten elkaar soms zonder het te weten.

Pogingen om de besmettingen uit te smeren, lijken niet of nauwelijks te slagen

Dit gaat in zo’n hoog tempo, dat we nu in de situatie zitten die we in 2011 al voorspelden voor de griep. Het is namelijk een korte hevige golf van maximaal vijf tot zes weken waarbij er flinke verstoringen zijn van de samenleving. Dit komt deels door te veel zieken in essentiële beroepen, deels door de maatschappelijke onrust.

Door de strikte quarantaineregels zullen de verstoringen van essentiële processen aan de orde van de dag zijn. Tegelijkertijd hebben we als voordeel dat het ziektebeeld bij veel mensen mild is. Een goede reden om opnieuw naar de quarantaineregels te kijken.

Nieuwe normaal
We zullen moeten leren leven met corona. Gelukkig deden we dat al, want er zijn inmiddels zeven van dit soort virustypen die onder mensen rondgaan. Maar het is breder. We zullen moeten leren leven met virussen. We zullen ons moeten afvragen of we infectieziektebestrijding belangrijker vinden dan de behandeling van andere ziekten. Een intensivist uit Amsterdam verzuchtte onlangs in de krant: ‘Je mag in Nederland overal aan dood gaan behalve aan COVID’.

Dus ja, er komt een nieuw normaal. Maar als het goed is, lijkt dat verdomde veel op het oude normaal. Het goede nieuws is: door de snelheid waarmee het nu allemaal gaat, zijn we waarschijnlijk binnen enkele weken tot maanden van de pandemie verlost. Wellicht wensdenken, maar een mens mag optimistisch zijn.

Ton Heerschop, directeur crisisbeheersing bij Parcival