Wegleggen

Hoe gaan crisisprofessionals met traumatische ervaringen om? ‘Ik heb het weggelegd’, is de uitspraak die Ton Heerschop, directeur crisisbeheersing bij Parcival, van zijn vader hoorde. Maar het is de vraag of dat vandaag de dag nog de beste oplossing is.

Het is inmiddels 50 jaar geleden dat hotel het Silveren Seepaerd in Eindhoven door een verwoestende brand veranderde in een rokend karkas. Dit hotel lag midden in de stad tegenover het station van Eindhoven. Bij de brand verloren elf mensen het leven en raakten er negentien gewond. Onder de dodelijke slachtoffers was een speler van de voetbalclub Chemie Halle uit de voormalige DDR. Deze club zou de volgende dag in de UEFA-Cup uitkomen tegen PSV.

Mijn vader was destijds vrijwilliger bij de Bedrijfsbescherming van Philips, die als een soort reservebrandweer optrad. Ook hij werd opgeroepen om te helpen bij de afwikkeling van deze brand. Anders gezegd, bij de berging van slachtoffers.

Op 28 september belde ik hem op, wetende dat deze brand inmiddels een halve eeuw geleden plaatsgevonden had. Toen ik er naar vroeg zei hij: ‘Ik heb het weggelegd jongen.’ Een typische reactie van zijn generatie. Brandweermannen, politiemensen, verpleegkundigen en militairen die in Korea of Indië gediend hadden, spraken niet over datgene wat ze gezien hadden. Het hoorde bij het werk, zo was de algemene opvatting en dus stopten ze het weg.

Militairen vallen thuis hun gezin weer in de armen. Maar begrijpt hun omgeving wel wat zij in de oorlog allemaal hebben meegemaakt?

‘Welkom thuis’
Toen ik zelf terugkwam uit Bosnië ervaarde ik een beetje hoe mijn voorgangers de nazorg hebben beleefd. Wij vertrokken op maandagmorgen naar Split, overnachtten daar en ongeveer 36 uur na het verlaten van het conflictgebied, vielen we onze geliefden op Schiphol in de armen. Thuisgekomen ging alles zijn ‘normale’ gang.Niemand kon zich verplaatsen in het feit dat het brein van de militair die thuiskomt tijd nodig heeft om aan de veilige omgeving te wennen. Bij mij beperkte zich dat tot het bewust weer over onverharde wegen durven gaan. In het uitzendgebied lagen daar immers de landmijnen. En dat een agent mij attent maakte op het feit dat ik geen gordel droeg. Na mijn uitleg knikte hij vriendelijk, stopte het bonnenboekje weg, en zei: ‘Welkom thuis man’.

Na een maand en een beetje gewend zijn, moesten we voor een debriefing naar Ossendrecht waar iemand van de psychologische dienst de 25 mannen en vrouwen in het leslokaal vroeg of iemand nog problemen had ervaren. Tot zover de nazorg anno jaren ‘90.

In de knel
De afgelopen jaren zien we steeds meer jonge mensen ontsporen omdat de nazorg bij traumatische ervaringen ontbreekt. Relaties sneuvelen, drank- en drugsgebruik neemt toe om de demonen in het hoofd weg te duwen. Noem het vluchtgedrag, noem het ontkenning. Feit is dat door een gebrek aan nazorg bij traumatische ervaringen ongekend veel schade wordt toegebracht aan mensen.

Een discussie over nieuwe meubels staat in schril contrast met wat mensen meemaken die na een ramp helemaal niets meer hebben

De mensen die opgroeiden in de generatie van na de oorlog hadden in ieder geval elkaar nog. Ze hadden de onderlinge verbondenheid van de gemeenschappelijke ervaring van dezelfde oorlog. Maar het geluk van bijna 80 jaar vrede heeft de keerzijde dat mensen die gevaarlijk en zwaar werk doen psychisch in de knel kunnen komen. Hun omgeving is immers doorgegaan met het normale leven.

De kinderen die zeuren over de nieuwste spelcomputer, staan in schril contrast met de reanimatie van die tiener van een verkeersongeval. De oudere dame die loopt te ‘zeuren’ bij de supermarkt dat zij toch echt eerder in de rij stond, terwijl jouw gedachten bij die brand van gisteren zijn waarbij de vader van een gezin is omgekomen. En je partner moet al helemaal zijn of haar mond houden als het gaat over de meubels die echt vernieuwd moeten worden. Begrijpt hij of zij dan niet dat jij net mensen hebt proberen te helpen die door oorlogsgeweld in blinde paniek gevlucht waren met al hun bezit in slechts een koffertje?

Werkgever
Als je er niet bent geweest, kun je niet meepraten. Zoveel is wel helder. En als je er wel bij bent geweest, hoef je niet per definitie PTSS op te lopen. Ook dat is waar. Begrip bij de eigen achterban, erkenning van het feit dat je iets bijzonders hebt meegemaakt, en eerlijk zijn ten opzichte van jezelf als je het wel moeilijk krijgt, vormen de basis om goed uit een traumatische ervaring te komen.

Als werkgever begint dat bij erkennen dat medewerkers iets hebben meegemaakt wat niet bij de ‘normale’ werkzaamheden hoorde. Een luisterend oor door leidinggevenden of door in nazorg geschoolde collega’s, kan al enorme opluchting geven. Daarnaast zullen leidinggevenden op het netvlies moeten hebben dat een collega iets heeft meegemaakt wat pittig was.

Een luisterend oor van de leidinggevende kan al enorme opluchting geven

Afwijkend gedrag na een dergelijk voorval moet worden besproken, hoe moeilijk dat ook is. Ook die gesprekken zijn te oefenen. Het doel moet zijn dat de medewerker en de organisatie beide baat hebben bij de duurzame inzet van medewerkers.

En nee, we moeten zaken niet direct medicaliseren. Een paar slapeloze nachten na een heftige inzet en een paar keer te laat komen, kunnen gewoon een normale reactie zijn op een abnormale gebeurtenis. Als je als leidinggevende echter merkt dat dit structureel begint te worden, is het tijd om het gesprek aan te gaan. En als je dan merkt dat er bij een medewerker meer speelt, aarzel dan niet om deskundige hulp in te roepen. Bij voorkeur natuurlijk in samenspraak. Wederom met het doel weer terug te komen tot duurzame inzet.

Zorgvuldig
Een medewerker die een traumatische ervaring heeft ondergaan, is gebaat bij een zorgvuldige en afgewogen benadering. Dat je ‘erbij’ was, wil niet zeggen dat je per definitie iets ongewensts ontwikkeld. Maar dat je ‘erbij’ was, wil ook niet zeggen dat de wereld vanzelfsprekend opeens heel erg veel rekening met je gaat houden. Er kan een hoop ellende voorkomen worden, als zowel medewerker als leidinggevende zich hiervan bewust zijn.

Want mensen, zoals mijn vader, die dergelijke ervaringen maar even ‘wegleggen’ zijn nog steeds niet klaar met dat stukje uit het verleden. Niet dat ze een probleem hebben, maar er zit iets in hun systeem dat niet is verwerkt, dat altijd blijft knagen.

Ton Heerschop, directeur crisisbeheersing bij trainings- en adviesbureau Parcival