Integriteit, Transparantie & Crisismanagement

Filmfestival Movies that Matter vertoonde dit jaar de documentaire Risk[1], waarin de oprichter van Wikileaks, Julian Assange, wordt gevolgd. Een discussiepunt in de documentaire is de mate van transparantie die wenselijk is: moet alles openbaar zijn en gepubliceerd worden (standpunt Assange) of zijn er zaken die geheim moeten blijven?

De reikwijdte van transparantie binnen crisissituaties

In crisissituaties worstelen organisaties ook met deze vraag. Regelmatig ontstaan crisissituaties bij organisaties na ‘niet integer handelen’ van de organisatie als geheel, of van een of meerdere werknemers. Fraude, belangenverstrengeling, misbruik van positie of informatie, (seksuele) intimidatie… Het zijn zaken waarbij op het eerste gezicht duidelijk over een (individuele) schuldige bericht kan worden. Dieper inzicht in de casussen leert echter dat het zelden zo eenvoudig is, en dat een crisisteam voor grote dilemma’s komt te staan. Welke informatie maken we openbaar en welke informatie niet? En in hoeverre hebben we daar zelf controle over? Wat is hierin integer?

Een open, transparant en daadkrachtig optreden

Een veel gehoord advies is dat je zelf als organisatie zo snel en zo veel mogelijk naar buiten moet brengen, zodat je zelf invloed hebt op de beeldvorming en woordkeuze. Bij dit argument worden voorbeelden aangehaald waarbij een organisatie integriteitsschendingen achter heeft gehouden, of heeft ontkend. Wanneer dit uitkomt moet het bestuur alsnog door het stof omdat zij dubbel onbetrouwbaar zijn: hun organisatie heeft niet integer gehandeld en zij zijn daar ook nog eens niet eerlijk over geweest. Hetzelfde wantrouwen ontstaat wanneer zaken worden gebagatelliseerd, omdat het onrecht doet aan de situatie en het lijkt alsof het bestuur de schending acceptabel vindt en verantwoordelijkheid uit de weg gaat.

Nee, dan liever zelf naar buiten komen met het nieuws. Volledig, eerlijk, en betrouwbaar. Eerlijk zijn over wat is gebeurd, er voldoende gewicht aan geven, en laten zien dat je als bestuur optreedt om misstanden in de toekomst te voorkomen. Een open, transparant en daadkrachtig optreden kan zelfs een positief effect hebben op het imago. Snel naar buiten dus met die informatie!

Validiteit van informatie

Een crisisteam wordt hierin echter direct geconfronteerd met het eerste, praktische integriteitsvraagstuk: klopt de informatie die wij hebben? Hoe zeker zijn we hiervan? Hoe beoordelen we dat? Niet alle informatie is feitelijk, niet alle interpretaties doen recht aan de waarheid, en het is nog maar de vraag óf er wel een ‘feitelijke waarheid’ bestaat. Een beschuldiging is nog geen bewijs. In het rechtssysteem wordt schuld bepaald door de rechter en ben je onschuldig tot het tegendeel bewezen is (praesumptio innocentiae).

In de publieke opinie gaat dit principe niet op: van een beschuldiging kan een persoon jaren later nog steeds last ondervinden. Zelfs als zij onschuldig blijken te zijn.[2] In het geval van Assange is de vraag naar zijn schuld nog steeds onbeantwoord; sinds de naar zijn mening politiek gemotiveerde aanklacht voor seksueel misbruik in Zweden verschuilt hij zich in de ambassade van Ecuador in Groot-Brittannië, bang om uitgeleverd te worden aan de Verenigde Staten. Alleen een beschuldiging kan dus al verstrekkende gevolgen hebben.

Een volgend integriteitsvraagstuk treft de interne organisatie. Wanneer duidelijk een dader aan te wijzen is, kan de verleiding groot zijn om hem/haar naar voren te schuiven als schuldige. Deze persoon is dan de uitzondering die de individuele verantwoordelijkheid draagt voor de daad, waarna het bestuur en de organisatie onschuldig kunnen lijken. Hoewel deze positie in beginsel comfortabel lijkt, kan later blijken dat  het onterecht was. Ook dit zal wantrouwen creëren. Naast allerlei individuele verklaringen in de privé- of psychologische sfeer van de dader, wordt ook gekeken naar de context waarin de daad plaats kon vinden; de organisatie. Kan de organisatie zich verschuilen achter de actie van één of meerdere dader(s) of zijn de gedragingen symptomatisch voor het klimaat en de cultuur van de organisatie? Vloeien de schendingen wellicht zelfs voort uit het eigen beleid, of gedragingen van het bestuur in hun voorbeeldfunctie? Wat heeft de organisatie er zelf aan gedaan om integriteitsschendingen te voorkomen, en is dat voldoende?

De keerzijde van transparantie

De organisatie, haar medewerkers en de omgeving zullen met deze vragen geconfronteerd worden, en hebben hierop een antwoord nodig. Een integer antwoord, dat recht doet aan de waarheid. Medewerkers ontvangen vragen van familie en bekenden, misschien ook van de media, en worden geacht hierop te antwoorden. De instructie die zij daarover meekrijgen van het crisisteam is idealiter leidend, maar hun eigen beleving speelt ook een rol. Wat mogen zij wel en niet zeggen? Hoe voelen ze zich hierbij? In hoeverre zijn er gedeelde waarden in de organisatie, en tot waar mogen deze verdedigd worden? in hoeverre verdedigt bijvoorbeeld een school/sportclub/kinderdagverblijf het recht van mannen om daar te werken wanneer bij een van hun mannelijke medewerkers kinderporno is gevonden? Medewerkers kunnen zwaar onder druk gezet worden met vragen uit de omgeving of media, en worden soms zelfs lastiggevallen. Ook slachtoffers kunnen ernstig benadeeld worden wanneer zij publiekelijk bekend zijn[3], en voortdurende openbaarmaking van nieuwe informatie rondom de zaak kan traumatisch en belastend zijn.[4]

Kortom, het advies om snel naar buiten te komen wordt vaak snel gegeven, maar het heeft nogal wat consequenties. Transparantie kent een keerzijde; het kan schade toebrengen aan daders, beschuldigden, medewerkers en de organisatie als geheel. Een belangrijke vraag hierin is wiens belangen gediend en geraakt worden. Onder het mom van transparantie worden soms keuzes gemaakt die voornamelijk het eigen belang dienen. Daarmee kunnen deze als niet integer worden beschouwd. Een exclusieve focus op eigen imagobehoud (of -bevordering) kan de belangen van anderen ernstig schaden. Zeker in tijden van crisis, waarin de druk stijgt, vergt het moed en wijsheid om hierin de juiste afweging te maken.

Voorbereiden op een crisis?

De beste voorbereiding op een crisis is oefenen, bijvoorbeeld realistisch oefenen met een scenario en mediatraining. In de voorbereiding kan een stappenplan ontwikkeld worden voor instellen van onderzoek bij dergelijke schending en de communicatiestrategie. Maar kijk ook tijdens de dagelijkse werkzaamheden regelmatig in de spiegel met de vraag: handelen wij nu integer?

Deze en andere vraagstukken zullen behandeld worden tijdens de gratis kasteelsessie van Parcival op 31 mei 2018 in kasteel de Haar.

[1] Poitras, L. (2016). Risk. USA
[2] Haspels, J. (09-07-2017). Onschuldig, maar na tien jaar nog steeds veroordeeld. Algemeen dagblad. Geraadpleegd op: https://www.ad.nl/den-haag/onschuldig-maar-na-tien-jaar-nog-steeds-veroordeeld~a9714c91/
[3] Levin en Becket (28-11-2017). US gun violence spawns a new epidemic: conspiracy theorists harassing victims. The Guardian. Geraadpleegd op: https://www.theguardian.com/us-news/2017/nov/28/us-guns-mass-shootings-hoax-conspiracy-theories
[4] Otten en van de Reijt (23-01-2018). Heel Holland Zoekt. Medialogica: omroep Human. Nederland.

Kasteelsessie: Verwantenopvang & Intern Informatiemanagement

Is Nederland voorbereid op een incident met een kernreactor?

Op 29 april 2018 was Schiphol even het centrum van Nederland. Een stroomdip zorgde er voor dat de gehele luchthaven even in het middelpunt van de belangstelling stond. Een knullige storing, want waar in Nederland zo ongeveer ieder ziekenhuis toegerust is met voldoende accu’s en netwachters om zelfs de kleinste stroomdip op te vangen, viel onze nationale luchthaven stil. Het laat weer eens zien hoe kwetsbaar essentiële infrastructuur is.

Kwetsbare infrastructuur

Nederland kent meer kwetsbare infrastructuur, waaronder een kerncentrale in Zeeland en een reactor in Petten voor voornamelijk medische doeleinden. Beide zijn wel eens in het nieuws geweest als het ging om de veiligheid. Maar de daadwerkelijke probleemgevallen liggen ten zuiden van ons land, in België. Met name de kerncentrales Doel en Tihange bij Huy liggen met enige regelmaat stil vanwege technische problemen. Is daarmee gezegd dat deze centrales onveilig zijn? Eigenlijk niet, daar waar techniek faalt, lijken tot op heden procedures de veiligheid te garanderen. Gelukkig maar, want een nucleair ongeval zou enorme gevolgen hebben voor Nederland. Gevolgen die meer lijken op die van Fukushima dan die van Tsjernobyl. Dit heeft alles te maken met de aard van de reactor. De centrale in Tsjernobyl gebruikte een andere techniek dan de centrale in Fukushima. De techniek van deze laatste lijkt sterk op die van die van de Belgische centrales. Dit zijn zogenaamde drukwaterreactoren.

Totale uitval

Wat zou er gebeuren bij een totale uitval van het systeem van deze reactoren? Vergelijkbaar met wat plaatsvond in Fukushima. In Fukushima adviseerde de VS een gebied met een straal van 80 kilometer te ontruimen. Geredeneerd vanuit Tihange zou dat leiden tot het ontruimen van steden als Luik, Maastricht, Aken en Heerlen. In Nederland zou feitelijk vanaf Maasbracht alles richting het zuidelijke Limburg volledig ontruimd moeten worden. Trekken we diezelfde cirkel van 80 kilometer rondom Doel, dan zou België vanaf de kust tot ongeveer halverwege het land moeten worden ontruimd. Zeeland, zuidwest Brabant en delen van Zuid-Holland zouden er ook aan moeten geloven. Steden als Rotterdam, Breda, Middelburg, Vlissingen, Tilburg, Brussel en Leuven zouden moeten worden ontruimd. Beide scenario’s zijn pure nachtmerries voor de Nederlandse en Belgische overheden.

Secundaire gevolgen

Zelfs al zou, net als destijds in Fukushima, slechts 20 km worden ontruimd, dan zouden nog steeds Bergen op Zoom en Antwerpen ontruimd moeten worden als het de centrale in Doel betrof. In Tihange zou de schade vele malen minder zijn, omdat steden als Hasselt en Luik net buiten het te ontruimen gebied zouden vallen. Wat zouden echter de secundaire gevolgen zijn? Wie wil wonen direct naast een nucleair besmet gebied? Ik voorspel een grote uittocht van mensen die op 30, 40 of wellicht 80 kilometer van de centrale in kwestie wonen.

Oefenen met worst-case scenario

De vraag is of we ons realiseren hoe enorm de impact kan zijn.  Hoe verplaatsen ziekenhuizen, verpleeghuizen en universiteiten hun mensen over grote afstanden? En hoeveel mensen zijn dat eigenlijk? Bereidt onze overheid zich zowel landelijk als regionaal wel eens voor op dit soort scenario’s? Voorlopig blijft het slechts bij het verstrekken van jodiumpillen die, mocht het noodlot toeslaan, onvindbaar zijn in huis. Maar rond voorbereidingen op massale evacuaties van mensen en dieren uit het getroffen gebied, is het stil. Waarom? Het risico is reëel en zolang de pruttelende en puffende centrales die met regelmaat worden stilgelegd nog bestaan, mogen we toch verwachten dat er ook wordt geoefend op worst-case scenario’s?

 

Kasteelsessie: Schending van integriteit; voorkom een crisis

SPEN-registratie: Cursus Sleutelfunctionaris Crisisorganisatie Zorginstelling

De cursus Sleutelfunctionaris Crisisorganisatie Zorginstelling (SCZ) is sinds januari 2018 opgenomen in het register van Stichting Permanente Educatie Nederland (SPEN).

SPEN

Het SPEN ziet toe op de kwaliteit van korte cursussen. Zij kan als enige dat beschermde predicaat verlenen. De toetsingscommissie van SPEN oordeelt over de SCZ-cursus: “Een op de praktijk geschreven opleiding die op een degelijke en gestructureerde wijze is beschreven. Opvallend in deze structuur is de uitgebreide, samenhangende en concrete set aan doelstellingen en leerdoelen.”

Samenwerking met AZNN

Dit mooie compliment heeft Parcival te danken aan de intensieve samenwerking met het Acute Zorgnetwerk Noord Nederland en een adviescommissie bestaande uit professionals uit het werkveld. Met twee landelijk erkende registraties, waaronder ook de opleiding Crisiscoördinator Zorginstelling (CCZ), is deze samenwerking nu al twee keer zeer vruchtbaar gebleken.

De sleutelfunctionaris

Voor de doelgroep van deze cursus, medewerkers die een sleutelrol vervullen in de crisisorganisatie van zorginstellingen, bestaat geen vaste rolomschrijving. Het gaat om mensen die verschillende functies hebben, bijvoorbeeld manager, teamleider of medewerker ICT of facilitair. De sleutelfunctionarissen zijn de ogen en oren van het crisisteam en de Crisiscoördinator op de werkvloer. Daarom is het noodzakelijk dat deze functionarissen kennis en vaardigheden opdoen op het gebied van crisisbeheersing. De SCZ-cursus geeft sleutelfunctionarissen inzicht en belangrijke informatie om zich zo goed mogelijk van hun taak te kwijten in een crisissituatie.

Driedaagse cursus

De driedaagse cursus bestaat uit de drie onderdelen Bedrijfscontinuïteitsmanagement, Crisiscommunicatie en Crisismanagement. Een integrale visie verbindt deze onderdelen aan elkaar. Aan de hand van casuïstiek, opdrachten en een simulatieoefening worden de cursisten door de theorie geleid. Interactiviteit en het delen van ervaringen en kennis staan voorop. Cursisten vertellen aan de hand van voorbereidende opdrachten over hoe de crisisorganisatie van hun zorginstelling is opgebouwd. Na voltooiing van de cursus krijgen deelnemers een landelijk erkend certificaat.

Bent u geïnteresseerd in deze cursus?

Neem dan voor meer informatie contact op met:

 

Levensmiddelenkrant: Crisismanagement & -communicatie

Pieter Jongkind en Marije Alma van Parcival vertellen over Crisismanagement en Crisiscommunicatie in de levensmiddelenbranche. Onder de naam FoodTrust ondersteunen Parcival en Bureau voor Kwaliteitszorg bedrijven in de levensmiddelenbranche vóór, tijdens en na een crisis.

Klik hier om het artikel te downloaden.

 

levensmiddelenkrant
levensmiddelenkrant artikel

Parcival met Crisis24 op Promotiedagen (7 & 8 nov)

Op 7 en 8 november is Parcival aanwezig tijdens de Noordelijke Promotiedagen om de nieuwe dienst Crisis24 te lanceren.

Crisis24 is een landelijke dienst die organisaties ondersteunt bij een acute of dreigende crisis, 24 uur per dag bereikbaar en inzetbaar. Voor meer informatie: www.crisis24.nl.

Als u ons wil bezoeken, dan bent u natuurlijk van harte welkom. U vindt onze stand tegenover de innovatie-dome: standnummer 5071.

Indien u een gratis entreekaart wil ontvangen, mail dan naar Vides Overbeek (v.overbeek@parcivalcrisis.com). U ontvangt de kaart daarna digitaal van ons retour.

Pieter Jongkind @ Radio1: Aanslag Barcelona

Op 18 augustus 2017 was Pieter Jongkind (directeur Parcival) te gast bij het programma Radio EenVandaag op Radio1. Onderwerpen van gesprek waren o.a. de aanslagen in Barcelona en hoe Nederland omgaat met terrorisme.

 

CCZ-opleiding gecertificeerd op HBO-niveau

De opleiding Crisiscoördinator Zorginstelling, ook wel CCZ-opleiding, draagt per juni 2017 het beschermde predicaat Registeropleiding. Dit betekent dat de Stichting Hoger Onderwijs Nederland (SHO) de kwaliteit en het niveau van de CCZ-opleiding heeft getoetst en erkend op HBO-niveau. De opleiding voldoet daarmee aan de hoogste normen en strengste eisen voor post initieel onderwijs in Nederland. Bij het behalen van de opleiding ontvangt de deelnemer een landelijk erkend diploma dat is opgenomen in het register van de SHO. Daarmee is dit de enige opleiding voor Crisiscoördinatoren in de zorg in Nederland op dit niveau en met deze erkenning.

Door een intensieve samenwerking tussen het Acute Zorgnetwerk Noord Nederland, een adviescommissie bestaande uit professionals uit het werkveld en Parcival zijn wij tot dit mooie resultaat gekomen. We zijn daar dan ook erg trots op!

De opleiding bestaat uit drie modules: bedrijfscontinuïteitsmanagement, crisiscommunicatie en crisismanagement. Vanaf de nieuwe jaargang leggen we nog sterker vanuit een integrale visie een verbinding tussen die drie modules. De opleiding is een totaalpakket. Enerzijds is het gericht op het verhogen van het kennisniveau op het gebied van de koude en warme fase van een crisis. Anderzijds wordt er veel aandacht besteed aan individuele competenties van Crisiscoördinatoren. Competenties als leidinggeven, probleemanalyse en adviesvaardigheid zijn uiterst belangrijk om een crisis goed te managen, dus is het logisch dat daar een groot deel van de focus binnen de opleiding ligt.

In ongeveer tien maanden komen we tweewekelijks bij elkaar en duiken we samen in de boeiende wereld van crisisbeheersing binnen ziekenhuizen en zorginstellingen. Centraal in de opleiding staat ervarend leren. De lesdagen zijn dan ook opgebouwd rondom interactie en er wordt gewerkt met veel praktijkvoorbeelden, casussen en oefeningen.

Op 28 & 29 september 2017 vindt de kick-off van de nieuwe jaargang plaats en er zijn nog enkele plaatsen beschikbaar. Bent u werkzaam in een zorginstelling in Nederland en bent u Crisiscoördinator of heeft u die ambitie? Schrijf u dan snel in!

Voor meer informatie kunt u hier de brochure CCZ 2017 lezen. Wilt u zich inschrijven of alsnog meer informatie? Neem dan contact op met Jessica Niemeijer van AZNN (j.m.niemeijer@umcg.nl of via 050-3615480).

Hopelijk tot ziens in september.

OTO-cyclus: opleiden, trainen of oefenen?

In crisisland is ‘OTO’ een veelgebruikte afkorting: Opleiden, trainen en oefenen. Nog een term is de hieruit voortgekomen ‘OTO-cyclus’. De drie elementen zijn er allemaal voor bedoeld om organisaties en mensen aan te leren hoe om te gaan met een mogelijke crisis. Een ‘OTO-cyclus’ lijkt te veronderstellen dat opleiden, trainen en oefenen in een bepaalde volgorde moet worden doorlopen en dat deze zich bovendien herhaalt. Is dat echter noodzakelijk? Nee, volgens mij niet.

Definities OTO

Om te beginnen is het zinvol om even stil te staan bij de drie termen. Dat is overigens niet zo eenvoudig, want als je de literatuur erop naslaat dan lopen de drie definities door elkaar heen. Vooral trainen en oefenen lijken erg op elkaar. Daarom hanteer ik de volgende definities:

  • Opleiden – het bijbrengen van kennis en vaardigheden
    Voorbeeld: opleiding, cursus, e-learning
  • Trainen – regelmatig oefenen van bepaalde vaardigheden
    Voorbeeld: competentietrainingen, zoals een voorzitterstraining of logtraining
  • Oefenen – het simuleren van een situatie en mensen laten handelen binnen dit kader
    Voorbeeld: tabletop, simulatieoefening

Het is dan ook begrijpelijk dat mensen door het gebruik van deze termen in verwarring worden gebracht.  Zo train en oefen je bijvoorbeeld tijdens een goede opleiding regelmatig bepaalde vaardigheden. Waar zit je dan in de OTO-cyclus?

OTO als cyclus?

Ik heb een beetje moeite met de term ‘OTO-cyclus’. De term suggereert namelijk twee dingen: allereerst dat de stappen O-T-O in die volgorde moeten worden doorlopen en ten tweede dat deze stappen worden herhaald. Dat werkt in de praktijk niet zo.

Eerst awareness

Stel: een organisatie wil zich voorbereiden op een mogelijke crisis. (Planvorming en middelen laten we voor het gemak nu even buiten beschouwing.) Is het verstandig om te beginnen met opleiden van functionarissen? Hoewel de eerste ‘O’ voor ‘opleiden’ staat, is het niet altijd wenselijk om hiermee te starten. Belangrijker is het om te zorgen voor awareness (bewustwording) bij de leden van de crisisorganisatie. Het organiseren van een crisisoefening is een goede manier om te zorgen voor awareness. We zien daarbij in de praktijk dat men oefenen vaak de leukste manier van leren vindt. Als je iets leuk vindt, dan leer je het logischerwijs makkelijker aan.

Evalueren

Je kunt een crisisoefening prima als ‘nul-meting’ gebruiken. Het is dan natuurlijk van groot belang om te zorgen voor een heldere evaluatie om de leerbehoefte van de organisatie te bepalen. Als het aan kennis ontbreekt, dan moet er worden opgeleid. Als de vaardigheden van de leden niet op gewenst niveau zijn, dan moet er getraind en geoefend worden.

Een aantal jaren geleden is er door de overheid gewerkt aan een zogeheten doctrine OTOTEL. Er werd een integrale visie ontwikkeld op het opleiden, trainen, oefenen, testen, evalueren en lessons learned, en was gericht op de versterking van de kwaliteit en samenwerking van de professionals werkzaam binnen de crisisbeheersing. Echter, als je zoekt op de term OTOTEL, dan is daar niet veel meer over te vinden; de laatste berichten stammen uit 2014/2015. Deze langere term voegt echter weinig toe. Testen is een oefenfunctie en valt derhalve onder de ‘O’ van oefenen (bron boek: oefenen als professie). Lessons learned kun je verwerken in opleiden en trainen.

Het evalueren blijft hoe dan ook een essentieel onderdeel van OTO.

OTO & PDCA

Wat veel beter bij opleiden, trainen en oefenen past is de kwaliteitscirkel van Deming: PDCA.

  • Plan: maak een OTO-plan voor je crisisorganisatie (Wat zijn je doelen? Welke activiteiten?)
  • Do: voer het plan uit
  • Check: meet het resultaat
  • Act: stel het OTO-plan bij op basis van de gevonden resultaten.

Het maakt dan niet uit of je aan het opleiden, trainen of oefenen bent. Het gaat erom dat je de activiteiten zo goed mogelijk afstemt op de behoefte van de crisisorganisatie en deze blijft evalueren en aanpassen.

Tot slot

Samenvattend:

  • Je hoeft bij OTO niet per se te beginnen met opleiden.
  • De volgorde O-T-O is ook niet per se van belang.
  • Stap 1 is altijd bewustwording.
  • Een crisisoefening kan een goede nulmeting zijn.
  • Een goede evaluatie mag niet ontbreken.
  • Laat de OTO-cyclus los en werk met de PDCA-cyclus.

Hoe dan ook; OTO baart kunst!