Ziekenhuizen oefenen code zwart

Veel ziekenhuizen oefenen op dit moment het scenario code zwart. Een uitzonderlijke oefening, want: hoe lang blijf je opschalen, als de patiënten onophoudelijk blijven komen? En hoeveel kun je nog van zorgmedewerkers vragen?

“We hebben natuurlijk plannen en protocollen opgesteld voor code zwart”, vertelt Rutger Weyenberg, adviseur Crisisbeheersing & OTO Coördinator bij het Wilhelmina Ziekenhuis Assen (WZA). “We hebben deze oefening gedaan om te testen of ze werkbaar zijn. Dat zorgde voor enkele verbeterpunten waardoor we nu nog beter voorbereid zijn.”

“Veel ziekenhuizen oefenen op dit moment fase 3, ook wel bekend als code zwart”, zegt Ton Heerschop, directeur crisisbeheersing bij het trainingsbureau Parcival. “Ze realiseren zich dat dit een ander scenario is dan veel andere crises. Het zijn andere processen en voor veel ziekenhuizen is dit nog een onontgonnen gebied.”

Grenzen bewaken
De oefening gaat over vragen als: hoe snel kunnen we de patiënten uitplaatsen? Welke afspraken hebben we met het ROAZ? En hoe bewaken we onze grenzen? “Zorgverleners willen altijd doorgaan”, vertelt Ton. “Dat zie je ook in deze oefening gebeuren. We oefenen bijvoorbeeld een scenario waarin 1 IC-verpleegkundige verantwoordelijk is voor 4 patiënten. Daar komen vervolgens nog 2 patiënten bij. Dat is teveel.

Ton Heerschop tijdens een eerdere training

Toch had een intensivist in één van de ziekenhuizen de neiging om ‘ja’ te zeggen. Hij werd teruggefloten door zijn collega die zei: ‘Hier stopt het écht!’. In de nabespreking vertelde de intensivist dat hij blij was dat zijn collega had ingegrepen. Het ziekenhuis was namelijk niet in staat geweest om alle 6 de patiënten de juiste zorg te geven. Daardoor waren ze misschien alle 6 overleden. Door een grens te stellen, hadden de 4 opgenomen patiënten een grotere kans om te overleven.”

“En je moet je afvragen hoe ver je moet gaan in het leveren van zorg”, zegt Steven Hofdom, crisiscoördinator en trainer bij Parcival. “Dus: wat doe je als ziekenhuis om je medewerkers te beschermen? Hoe lang kunnen zij dit nog aan? Als je nu langdurig te veel van hen vraagt, betekent dit waarschijnlijk dat een deel van hen later instort. Heb je dan de juiste dingen gedaan?”

Lessons learned
Zowel Ton als Steven merken dat de crisisteams die zij nu trainen hun plannen over het algemeen goed op orde hebben. De lessons learned zitten hem vooral in de details. Dat geldt ook voor het WZA. “De oefening ging goed, maar je ziet altijd nog wel wat verbeterpunten”, vertelt Rutger. “Bij code zwart wordt de regionale aansturing nóg belangrijker. Er kan een situatie ontstaan waarin ons ziekenhuis zich al in code zwart bevindt, maar waarbij de minister dat nog niet landelijk heeft afgekondigd. We kunnen dan nog niet de protocollen gebruiken die bij code zwart horen. Hoe gaan we daar als ziekenhuis mee om? Dat zijn we nog aan het uitwerken.”

Trainer en crisiscoördinator Steven Hofdom

Ook zet het WZA de puntjes op de i als het gaat om de crisiscommunicatie. “Bij een code zwart gaat het CBT dagelijks of misschien zelfs meerdere keren per dag vergaderen. Betekent dit ook dat we daarover dagelijks of meerdere keren per dag gaan communiceren? En wát melden we dan intern en extern? De grote lijnen of alles in detail? Het is goed om daar vooraf al een besluit over te nemen.”

Zelfvertrouwen
Ton zegt bovendien dat het bij deze oefening niet alleen om de leerpunten gaat. “Het gaat ook om de bewustwording in de organisatie. Door dit scenario te oefenen, weet je dat je straks de juiste dingen doet. Dat geeft zelfvertrouwen. Na de oefening weet je dat het team er klaar voor is.”

Dat geldt zeker ook voor het crisisteam van het WZA. “We kregen een compliment van de trainer”, vertelt Rutger. “Hij vond het zelfs jammer dat we geen opname hadden gemaakt van het crisisoverleg, want dit was wel een schoolvoorbeeld van hoe het zou moeten.”

Tweedeling
Ook Steven vertelt dat de teams die hij heeft getraind er zeker klaar voor zijn. Desondanks zal het wel een pittige tijd worden. “De tweedeling die je nu in de maatschappij ziet ontstaan, tussen gevaccineerden en niet-gevaccineerden, zie je ook wel eens in ziekenhuizen terug”, vertelt hij. “Je kunt van mening verschillen. Maar je moet het toch samen doen. Daarom is het tijdens deze crisis extra belangrijk om elkaar niet te veroordelen en respect voor elkaar te houden. Het doel voor ogen houden, zorgt er uiteindelijk voor dat je er wel komt.”

Tot slot wijst Ton nog op het belang van nazorg. “Artsen moeten in fase 3 van deze crisis waarschijnlijk besluiten om patiënten niet meer verder te behandelen, ook al hadden ze nog wel een kans gehad. Dat is een hele harde werkelijkheid. Daarom is het belangrijk dat er psychosociale zorg is voor alle betrokkenen, zeker ook voor de artsen en verpleegkundigen. De ziekenhuizen die wij getraind hebben, zijn zich ervan bewust dat dit een belangrijk element is en blijft.”